Door de brouwerij zelf geleverd
Brouwer Bernd Beersma over branchevereniging CRAFT en de toekomst van het bierlandschap
Brouwersvereniging CRAFT heeft in Bart van Kleef, marketingman bij brouwerij Uiltje, een nieuwe frontman gevonden. Het voorzitterschap van de branchevereniging van onafhankelijke brouwers blijft, na ruim drie jaar Michel Ordeman van Jopen, daarmee een Haarlemse aangelegenheid. Het stokje werd niet direct overgegeven; bestuurslid Bernd Beersma, van Brouwerij de Kleine Beer, fungeerde enkele maanden als tussenpaus. Holland Craft Beer is benieuwd naar een blik op de toekomst van deze drie CRAFT-mannen. Wat staat er te gebeuren in Nederland bierland? Nieuwbakken voorzitter Van Kleef trapte het drieluik af. Dit keer de beurt aan Beersma, waarna Ordeman de reeks binnenkort afsluit.
Beersma doet niet gelijk denken aan een kleine beer. Waar komt die naam dan toch vandaan? “Dat is misschien wel de meest gestelde vraag door mensen die mij de eerste keer ontmoeten. Het is gewoon vanwege mijn bijnaam: Beertje,” lacht de brouwer. Met brouweirj De Kleine Beer wordt hij in 2014 lid van KBC, ook wel bekend als het kleine brouwers collectief, de voorloper van CRAFT. Het was een logische stap voor de Fries, die bezig was zijn brouwhobby naar een hoger niveau te brengen. “Ik wilde graag met gelijkgestemden in contact komen. Netwerken, inspiratie opdoen, kennis vergaren en delen.”
De Friese brouwer stipt daarmee direct de punten aan waarvan hij vindt dat deze nog beter kunnen worden bij de vereniging. Er valt nog veel terrein te winnen voor CRAFT, meent Beersma. “Eigenlijk moet het nog een echte branchevereniging worden. Teveel leden zijn geïnteresseerd in halen en niet zozeer in brengen. Met Bart als voorzitter hoop ik dat we richting een CRAFT 2.0 kunnen werken,” zegt hij strijdlustig.
‘De voorzitter moet iemand zijn die bier ademt’
De zoektocht naar de nieuwe voorzitter bleek lastig. Niemand binnen de eigen gelederen voelde zich geroepen de taak op zich te nemen. “Daarom is er ook gekeken naar een externe kracht. Klinkende namen uit de bierwereld die ons goed zouden kunnen vertegenwoordigen.” Beersma legt uit dat het niet alleen een intern gerichte functie is. De voorzitter is ook spreekbuis van de vereniging en moet iemand zijn die bier ‘ademt’. “Michel was daarom ook zo’n goede voorzitter. Wanneer hij in beeld komt, associëren een hoop mensen dat direct met craft bier,” klinkt het complimenteus over de ex-voorzitter.
Het moment dat brouwerij Uiltje zich aanmeldt als lid bij CRAFT verschijnt Van Kleef ineens op de radar van het bestuur. “Ik dacht gelijk: ‘die Bart, dat is een interessante kandidaat’. Als we Bart op een andere manier waren tegengekomen, had dat zeker ook gegolden. Hij heeft reteveel ervaring, ook internationaal. Hij kent het landschap van A tot Z en heeft met zijn vrouw meerdere horecazaken. Hij is gewoon heel veelzijdig en is niet alleen een brouwer. Het is een echte bierman en bovendien een heel geschikte kerel,” vertelt Beersma enthousiast.
Het is nogal een vraag die het bestuur bij het nieuwste lid moest neerleggen, maar de noodzaak het te ‘verpakken’ is er niet geweest. “Dyanne van Alderen (secretaris CRAFT, red.), en ik zijn allebei recht voor de raap. We hebben als bestuur Bart gevraagd om met ons de nieuwe toekomst van de vereniging op te zetten. We zijn enorm blij dat hij het gaat doen.”
Groot denken is essentieel voor de toekomst van brouwerijen
Het belangrijkste is de visie die de nieuwe voorzitter deelt met de overige bestuursleden. “Hij denkt groot en dat is essentieel voor de toekomst. Natuurlijk moeten we onze identiteit als kleinere craft brouwerijen bewaken, maar we moeten niet bang zijn voor grote brouwers en de vereniging die daarbij hoort,” vindt Beersma.
Hij doelt op branchevereniging Nederlandse Brouwers, een overkoepelende organisatie waar grote bierbedrijven als Grolsch, Heineken en AB-Inbev lid zijn. Samen optrekken vindt de Fries slimmer dan stenen blijven gooien tegen ‘Big Beer’, zoals de grote brouwconglomeraten soms genoemd worden. “We moeten meer samenwerken. Die grote jongens kunnen wel een goede vuist maken naar de politiek. Die ‘craft versus big beer strijd’ heeft niet zo’n zin in mijn ogen. Bovendien zit er zoveel kennis bij die gasten. Zij hebben er zelfs een eigen instituut voor. Op veel vlakken zijn zij de regisseur in onze markt.”
‘Zodra een brouwer zich inlaat met Heineken krijgt hij gelijk een bak negativiteit over zich heen’
De handen ineenslaan als craft brouwers is het allerbelangrijkst, maar ook het niet schuwen van de samenwerking met de ‘Heinekens van de bierwereld' is belangrijk, zegt Beersma. “Zodra een brouwer zich ook maar een beetje inlaat met Heineken of iets vergelijkbaars krijgt hij een bak negativiteit over zich heen. Vooral de fanatieke bier community kan heftig reageren. Doe eens even normaal. Ome Fred heeft echt geen kwade bedoelingen met brouwerijen als Oedipus en brouwerij Noordt. Die zijn hun landschap aan het verbreden.”
Vlug nuanceert hij zijn uitspraak: “Craft-brouwerijen geven kleur aan het landschap. We moeten onze identiteit zoveel mogelijk bewaken. Het is niet dat je door samenwerking direct een speelbal wordt van die gasten, daar ben je zelf toch bij,” klinkt het stellig.
Transparantie belangrijk voor professionalisering
De professionaliteit die heerst bij een vereniging als Nederlandse Brouwers is een voorbeeld voor CRAFT, maar de twee partijen zijn natuurlijk niet te vergelijken benadrukt Beersma. “Zij hebben een heel kantoor voor ze aan het werk. Wij moeten het, met alle respect, doen met een paar vrijwilligers.”
Transparantie is belangrijk voor de professionaliseringsslag bij CRAFT. Beersma strijdt voor gedragsregels waar de leden zich aan moeten conformeren. Dat klinkt streng, maar het is simpelweg nodig, zegt hij. “Een fictief voorbeeld. Op het etiket van Brouwerij X staat: 'gebrouwen door Brouwerij X', terwijl het in België gebrouwen wordt. Dat is misleiding van de consument.”
Als huurbrouwer benadrukt hij dat het prima is om bier elders te (laten) brouwen, maar dat de herkomst van het product altijd te herleiden moet zijn. Beersma: “Daar moeten we als vereniging iets mee. Er wordt door onze leden wel eens geopperd om, net als de Amerikaanse Brewers Association, een logo te gaan gebruiken als kwaliteitsstempel. Als teken dat je in essentie goede producten levert en laat zien waar die vandaan komen. En wat de ingrediënten precies zijn. Lang niet iedereen geeft dat prijs, dat vind ik maar gek.” Samenvattend noemt hij het ‘verantwoordelijkheid nemen voor wat er op de markt gebracht wordt’. Daarmee wordt als vanzelf het kaf van het koren gescheiden.
Toekomstbestendige brouwerijen met proeflokaal
De plannen van de branchevereniging moeten helpen bij het toekomstbestendig maken van haar leden. Dat zijn ze namelijk niet allemaal, is de mening van de Fries. De groei van het aantal brouwerijen stagneert al een tijdje, maar Beersma is zelfs van mening dat er de komende jaren veel brouwerijen zullen verdwijnen. “Er zijn best een aantal brouwerijen die in dezelfde periode als ik begonnen zijn. Zij zijn er inmiddels achter dat het lastig geld verdienen is. Maar misschien heb ik gemakkelijk praten, de brouwerij is mijn tweede baan - of misschien wel mijn uitgebreide hobby.”
Beersma doelt hiermee op de brouwerijen die de stap richting ‘middelgrote’ craftbrouwers niet kunnen maken of die geen proeflokaal hebben. Een locatie waar de consument direct van het bier van de brouwer kan genieten is essentieel, denkt hij. De hoevebrouwerijen, zoals België die kent, vindt hij een mooi voorbeeld van zaken met een zonnige toekomst. “Maallust is dat in Nederland. Wanneer ik daar in de buurt ga wandelen, ga ik altijd even langs om te genieten van een paar mooie bieren. Maar dat geldt ook voor brewpubs in steden, daar is echt markt voor. Van de tanks rechtstreeks naar de pomp, dat heeft de grootste kans van slagen.”
Fotografie: Jos van den Broek
Dit artikel is het tweede deel van een drieluik. Het eerste deel, waarin we Bart van Kleef aan de tand voelden, is hier te vinden. Als eerste op de hoogte zijn van de publicatie van het laatste deel? Volg ons dan op Facebook!
