Rob van den Meijdenberg blij met overstap naar blik

Sinds de omschakeling van fles op blik, heeft KraftBier in Tilburg de wind in de zeilen. De succesvolle crowdfund ‘Een blik op de toekomst’ betekende midden in de lockdown een mooie zet in de goede richting. “Na onze stap van eigen brouwerij naar huurbrouwer, viel daarmee eigenlijk alles op zijn plek,” blikt Rob van den Meijdenberg terug.

Zoals zoveel brouwers begon ook Van den Meijdenberg in zijn keuken met wat potten en pannen. “Dat was in 2014. Ik kwam er al snel achter dat ik het heel leuk vond en dat ik daar meer in wilde doen. Zeker vanuit de wetenschap dat er in Brabant nog niet zoveel was. Want wanneer ik hier in die tijd een lokaal craftbier bestelde, dan kreeg ik vaak een bier van Brouwerij ‘t IJ of Jopen voor gezet.”

Omdat brouwen in het klein niet te vergelijken is met het groot, ging Van den Meijdenberg in de leer bij de ervaren brouwer Bernard Smits van Reuzenbieren in Moergestel. “Hij heeft me onder zijn vleugels genomen en de kneepjes van het vak geleerd. Het paste goed in wat ik wilde in het leven. Ik wist wel al langer dat ik wilde ondernemen, maar nog niet precies hoe of wat. Toen kreeg ik dat scherper op het netvlies. Mijn doel was om iets in de eigen stad te beginnen, om een Tilburgs bier op de kaart te zetten.”

'Het is me duidelijk geworden dat ik het vooral leuk vind om dingen te regelen'

De Tilburger volgde na de middelbare school allerlei uiteenlopende opleidingen. “Op zich toch best zinvol, vooral om te achterhalen wat ik niet wilde. Media & Entertainment Management heb ik wel afgerond, waarna ik enkele jaren bij de televisie heb gewerkt als producer voor diverse programma's. Ik deed daar de planningen en financiën en dergelijke. Niet dat ik daar nu veel profijt van heb, van die ervaringen. Maar het is me wel duidelijk geworden dat ik het vooral leuk vind om dingen te regelen. En om dingen te bedenken, zoals het organiseren van campagnes en evenementen.”

Inmiddels was de Tilburger weg bij SBS6, terugverhuisd van Amsterdam naar zijn vertrouwde geboortestad, maar raakte in zijn nieuwe baan bij een online marketing-bureau in een burn-out. “Ook weer een leermoment: dat was echt niet mijn vak. Ik heb toen enkele maanden op de ‘reset-knop’ moeten drukken, voordat de creatieve sappen weer begonnen te stromen. Na wat marktonderzoek heb ik doorgepakt.”

'Ik ben fanatiek aan het brouwen geslagen, dat liep helemaal uit de klauwen'

In januari 2015 koopt Van den Meijdenberg een eigen brouwinstallatie van vijftig liter, die hij plaatst in de bijkeuken van zijn ouders. Hij lacht: “Thuis had ik er geen plaats voor. Ik ben daar heel fanatiek aan het brouwen geslagen. Dat liep echt helemaal uit de klauwen. Gelukkig vielen de bieren wel in de smaak bij familie, vrienden en bekenden. Dat gaf me het laatste zetje om er commercieel in door te gaan. Via Sint Servattumus in Schijndel heb ik toen vijf maanden later mijn eerste batches op de markt gebracht: de witte IPA, het Schôon Mèdje en de Saison genaamd Môtje, die allebei ook nu nog in het assortiment zitten. In het begin was daar nog niet voldoende geld mee te verdienen en heb ik zelfs nog een tijd als fietskoerier ernaast gewerkt. Kon ik een beetje fit blijven, tussen al het bier drinken door.”

Elk jaar ging het beter. Hoewel het niet eenvoudiger was, want Van den Meijdenberg ziet steeds meer brouwerijen verschijnen, ook in Tilburg zelf. “Dus het werd wel lastiger om mijn eigen bieren nog lokaal af te zetten. In die tijd brouwde ik ook bij Van de Oirsprong in Oirschot en bij Kleine Duimpje in Hillegom. Van die laatste kon ik de installatie kopen. Rond die tijd was er ook een oproep voor huurders in een creatieve hotspot in Tilburg, om met wat horeca in een mooi pand samen te gaan. De brouwerij paste mooi in dat concept.”

'Brouwen in een heuse eigen brouwerij gaf me de eerste keren een gelukzalig gevoel'

Aanvankelijk heeft de Tilburger een mooie start. “Zeker die eerste keren voor mezelf brouwen in een heuse eigen brouwerij, dat was een gelukzalig gevoel. Eindelijk kon ik daar mijn eigen ding doen. Gaandeweg bleek het uiteindelijk niet de heilige graal, tenminste niet voor mij, want er kwamen ook allerlei andere dingen bij kijken, zoals de administratie met de douane en de voedsel- en warenautoriteit, het bewaken van de kwaliteit van het bier en het beheer van de voorraden. Het praktisch runnen van een eigen brouwerij bleek gewoon niet een van mijn sterkste punten.” 

Van den Meijdenberg merkt dat de capaciteit van het brouwhuis eigenlijk niet volstaat. “We brouwden sowieso twee keer per week, maar lieten ook nog bieren buiten de deur brouwen bij Inbier in Sittard en later ook de Loonbrouwerij in Cothen. En als ik eerlijk ben, waren die beter van kwaliteit en houdbaarheid dan de mijne. Dat sloeg eigenlijk nergens op. Natuurlijk snap ik het romantische beeld van een eigen brouwerij wel, maar de klanten willen vooral gewoon een goed glas bier drinken. Die installatie was eigenlijk te veel een instapmodel. Met name het koelen, was eigenlijk niet goed genoeg. Het volstond zeker voor eenmalige proefbrouwsels, maar het was vrijwel onmogelijk om er een constante kwaliteit mee te brouwen.”

'Eigenlijk was het geen moeilijk besluit om weer helemaal over te gaan op huurbrouwen'

De mooie vibe bij de start van de hotspot is dan eigenlijk ook wel verdwenen, door wat veranderingen binnen het pand. “Ik heb nog heel even overwogen om elders voor mezelf iets groters en nieuws te beginnen. Maar eigenlijk was het niet een heel moeilijk besluit om het over een andere boeg te gooien en weer helemaal over te gaan op het huurbrouwen. Ik heb daar niet lang van wakker gelegen. Tenminste niet over dat besluit, want in de maanden ervoor had ik wel degelijk veel stress. Ik heb het brouwhuis verkocht, en heb me in een loods gevestigd om van daaruit bieren in te kopen en te verkopen. Dit was de eerste goede zakelijke beslissing: focus op sales en het opbouwen van een merk.” 

Van den Meijdenberg vervolgt: “Moet je je voorstellen: ik kwam elke dag een paar uur tijd tekort. Ik moest brouwen, schoonmaken, organiseren en administreren… Ik had mijn brouwspullen wel uit de bijkeuken getrokken, maar mijn ouders hebben in het begin nog wel enkele dagen in de week moeten bijspringen in de brouwerij. Het was echt alle hens aan dek en voor andere leuke dingen was geen tijd meer, zoals recepten maken. Da’s nu gelukkig weer anders.”

'Nu is KraftBier het bedrijf dat we graag willen zijn'

En inderdaad maakt Van den Meijdenberg een ontspannen indruk in de loods waar KraftBier nu huist. Er is die middag net een enorme lading dozen met bieren afgeleverd. “De omschakeling naar blik is echt een hele goede zet gebleken. Toen viel alles op zijn plek. De crowdfund ‘Een blik op de toekomst’ sloeg aan. En bijna lastig voor te stellen, maar toen waren er relatief nog weinig speciaalbieren op blik verkrijgbaar. We hebben zo echt een mooie lijn kunnen neerzetten, met vrolijke kleuren en passende namen. Da’s wel lekker, want zo konden we in de corona-tijd juist gas geven en echt aan het merk bouwen. Nu is KraftBier het bedrijf wat we graag willen zijn, vooral ook met een heel leuk team.”

Sietske Rozing en Joris van Blerck houden zich vooral bezig met de sales en marketing & communicatie. “Heerlijk om zo wat taken te kunnen verdelen en mijn hoofd weer wat vrij te maken voor creatievere aspecten van dit werk. Daar ligt mijn kracht. Natuurlijk krijg ik soms nog reacties dat het jammer is dat ik de eigen brouwerij heb verkocht. Dat is niet erg, want ik vind het zelf ook juist belangrijk om het te benoemen. Er bestaat wel een bepaald beeld van huurbrouwers, die alleen etiketten zouden plakken of dozen schuiven. Dan voel ik me overigens niet aangesproken. Ik ben blij dat ik drie jaar zelf een brouwerij heb gerund. Ik ken het klappen van de zweep en weet dat het niet gemakkelijk is. Ook heb ik ervaren hoe belangrijk het is om een constante kwaliteit te kunnen leveren. Daar schakel ik graag vakmensen voor in die dat dagelijks doen.”

'Mijn brouwershart klopt nog steeds'

Het stelt Van den Meijdenberg in staan om andere dingen te doen. “Daar hoort experimenteren met nieuwe recepten ook bij. Dus het brouwershart klopt nog steeds. Ik vind het bijvoorbeeld ook leuk om aan een collab mee te werken. Zoals laatst bij Kompaan. Dan komt dat magische gevoel zeker weer terug. En dan is het leuk om met laarzen aan op de brouwvloer te staan. Maar laatst werd ik gevraagd voor een item in een nieuwsrubriek over de opkomst van nieuwe brouwerijen in Nederland. Bij de intake vielen we af, omdat we geen eigen RVS hebben staan. Ik snap dat. Zoiets is toch nodig voor het totaalplaatje dat ze willen neerzetten."

De Tilburger vervolgt: "Als we maar niet vergeten dat de meeste grotere brouwerijen ooit ook als huurbrouwer begonnen. Neem Frontaal in Breda. Natuurlijk begint het soms wel te kriebelen als ik zie welke ontwikkelingen sommige brouwerijen doormaken, maar al snel besef ik dat ik zelf iets anders ambieer. Neem Van Moll, met een mooi proeflokaal met een kleine brouwerij om bieren vers te laten proeven. Dat vind ik wel een mooi doel om naartoe te werken.”

Meer van dit soort artikelen lezen? Volg ons dan op Facebook! Daar houden we je op de hoogte van de nieuwste artikelen van Holland Craft Beer.